All about vitality

Potentiële interventies

  • Mogelijke interventies voor het verbeteren van intentie zijn teach-back, Motivational Interviewing en Cognitieve Gedragstherapie.
  • Voor het verminderen van de ervaren dyspnoe kan teach-back worden gebruikt, specifiek toegepast op het Breathing, Thinking, Functional-model. 
  • Voor het verminderen van depressieve symptomen kan Cognitieve Gedragstherapie worden gebruikt, evenals lichaamsbeweging zelf.
  • Tenslotte kunnen zowel de intentie tot als de therapietrouw aan lichaamsbeweging rechtstreeks worden beïnvloed door een optimale patiënt-therapeut relatie.  


Teach- Back

Teach-back houdt in dat patiënten wordt gevraagd in hun eigen woorden uit te leggen wat een zorgverlener hen zojuist heeft verteld. Een eventueel misverstand wordt dan door de zorgverlener verduidelijkt en het begrip wordt opnieuw gecontroleerd. Dit proces gaat door totdat de patiënt de gegeven informatie precies kan herhalen.

Breathing, Thinking, Functioning (BTF) model

Het BTF-model is een instrument om zorgverleners te helpen chronische dyspnoe te begrijpen en te controleren. Het model is gebaseerd op drie voornamelijk cognitieve- en gedragsreacties op dyspnoe die, door het veroorzaken van vicieuze cycli, de dyspnoe verergeren en in stand houden.

Motivational Interviewing (MI)
MI is een patiëntgerichte communicatieve aanpak voor gedragsverandering. Het doel voor zorgverleners is een gesprek over verandering te helpen begeleiden, en de intrinsieke motivatie van patiënten te activeren. Om deze strategie toe te passen kunnen drie dimensies worden beoordeeld: 1. Belang: Hoe belangrijk is het voor de patiënt om lichamelijk actiever te worden? 2. Vertrouwen: Hoe zeker voelt de patiënt zich dat hij/zij meer lichamelijk actief kan zijn? en 3. Bereidheid: In hoeverre heeft de patiënt het gevoel dat hij/zij nu met het veranderingsproces kan beginnen?

Cognitieve Gedragstherapie (CGT)

Binnen CGT werken patiënt en zorgverlener samen om 1. onjuiste gedachten, overtuigingen en impact van huidige symptomen of gevoelens te identificeren; 2. vaardigheden te ontwikkelen om problematische cognities gerelateerd aan het specifieke symptoom te identificeren, te monitoren en tegen te gaan; en 3. een repertoire van copingvaardigheden op te bouwen passend bij de beoogde gedachten, overtuigingen en gedragingen. Aangezien longrevalidatie vaak in groepsverband wordt aangeboden, kan het meerwaarde hebben om ook CGT aan de groep aan te bieden. Hierbij kunnen drie doelen worden gesteld: 1. patiënten aanmoedigen om realistische inspanningsdoelen te stellen die aansluiten bij hun persoonlijke situatie; 2. in de groep technieken demonstreren die patiënten helpen hun doelen te bereiken; en 3. de groep gebruiken als een manier om de voor iedereen geldende strijd om actief te blijven te benadrukken.

Patiënt-therapeut relatie

Er zijn 4 elementen die de patiënt-therapeut relatie vormen, en de aard van deze relatie is van invloed op de tevredenheid van de patiënt en dus op de therapietrouw; vertrouwen, kennis, aanzien (in de zin van waardering en respect) en loyaliteit.